Iets nieuws! Een weblog!
Vier jaar lang had ik een moeizame relaties met weblogs. Daarvoor – tussen 2002 en 2005 – schreef ik bijna wekelijks over het relatief jonge fenomeen in Stroom, het mediakatern van de Volkskrant. Sterker nog: ik nam het initiatief tot het eerste Volkskrant Weblog, waarop redacteuren van de krant met het medium experimenteerden. Een van meest enthousiaste pioniers was Martin Bril.
Twee jaar later was bloggen gemeengoed geworden. In de krant werd te pas en te onpas verwezen naar blogs. GeenStijl beheerste soms dagenlang de kolommen. Ik ergerde me aan die hype. Was zelf een beetje verongelijkt, zoals een puber die z’n favoriete bandje opeens mainstream ziet worden. Ik had genoeg van blogs. Bovendien had ik een nieuwe liefde gevonden: video.
Toch bleef het kriebelen. Een poging tot een eigen blog over beeldtaal in oude en nieuwe media sneefde al na drie bijdragen. Toen De Nieuwe Reporter me vroeg als columnist was ik vast van plan vaker te gaan bijdragen dan het afgesproken maandelijkse stukje. Niets van terecht gekomen. Smoezen te over: te druk, te bescheiden, te lui…
Maar nu is de tijd er rijp voor. Een eigen blog. Sinds afgelopen week werk ik niet meer voor de Volkskrant maar ben ik deeltijd verbonden aan de Universiteit Leiden (waar ik college geef aan studenten Journalistiek en Nieuwe Media en onderzoek ga doen naar het gedrag van nieuwsconsumenten). Bovendien heb ik een eigen freelance praktijk opgericht voor advies en projectmanagement. Een metamorfose van journalist tot academicus-schuine-streep-ondernemer. Dan kan blogger er ook nog wel bij.
Waar het over gaat? Over van alles. Over geschiedenis, want officieel ben ik ook nog historicus. En over journalistiek natuurlijk. Over oude journalistiek, zoals in kranten en op televisie. Maar vooral ook over nieuwe journalistiek, over digital storytelling, de manier waarop journalisten hun digitale verhalen vertellen. Daarbij horen blogs, maar ook fotografie, video en animatie. Het zal denk ik vaak gaan over interfaces en visualisering. Met andere woorden over de presentatie.
Maar ook de economie komt aan de bod. En de vraag wie straks het salaris betaalt van de journalist. Het gaat over verdienmodellen en journalistiek ondernemerschap. En over de wetenschap, want ik ben niet voor niets teruggekeerd naar de universiteit. Het gedrag van nieuwsconsumenten zal voorbij komen, immers het onderwerp van mijn toekomstig onderzoek. Daarbij wil ik gebruik gaan maken van data mining en me gaan verdiepen in de theorievorming rondom netwerken. En wie weet welke onderwerpen er allemaal nog bij komen als ik eenmaal een beetje op stoom ben geraakt.
Nogal ambitieus dus, zeker voor iemand die bij z’n vorige poging strandde na drie berichten. Ik sluit dan ook niet helemaal uit dat een aantal van de hierboven gedefinieerde tags voorlopig niet, of misschien wel helemaal nooit, aan ook maar een enkel bericht zal worden toegevoegd. Gelukkig zal dat niemand opvallen, want horden lezers verwacht ik ook al niet.
Waarom dan toch dat blog? Waarschijnlijk om dezelfde reden dat al die anderen ijdeltuiten bloggen: omdat je niet onopgemerkt wilt blijven. Maar ook – en dat is belangrijker – omdat schrijven jezelf dwingt na te denken. Je gedachten te ordenen. En omdat het leidt to nieuwe en betere ideeën, al dan niet met hulp van die paar toevallige voorbijgangers die de moeite een bericht te lezen. In zijn lofrede Why I Blog beschrijft Andrew Sullivan de blogosphere treffend als ‘the open-source market of thinking and writing’. Vanaf vandaag is mijn marktkraam weer geopend!