Amsterdam
Amsterdam is gekozen tot stad met de beste website van het land. Volgens onderzoeksbureau Jungle Rating – what’s in a name? – biedt www.amsterdam.nl de burger meer service dan welke andere gemeentesite ook. Maar hoe is het gesteld met de Amsterdamse geschiedenis op het web?
Wie op zoek gaat naar de winnende website, moet niet per ongeluk www.amsterdam.com intikken. De escortservice op dat adres sluit weliswaar goed aan bij het wereldwijde imago van Amsterdam als het hedendaagse Gomorra, informatie over onze hoofdstad is er niet te vinden. Zelfs geen plaatjes van roodverlichte ramen op de Wallen.
Voor die plaatjes moet je naar het Amsterdams Historisch Museum, zou je denken. Niet het museum zelf – daar is de tentoonstelling Liefde te koop al voorbij. Maar op de website zal toch wel van alles te vinden zijn over vierhonderd jaar prostitutie in Amsterdam? Niet dus. Meer dan een enkele foto is er op de site niet te bekijken. Het is trouwens de vraag of meer plaatjes de site aantrekkelijker zouden maken. Het ontwerp is hoogst origineel, maar ook hoogst irritant. De vensters vliegen je om de oren.
Dat zou dus beter moeten zijn op de onlangs vernieuwde site van de gemeente Amsterdam. Wanneer eenmaal het juiste adres is ingetikt, is de geschiedenis van de stad inderdaad snel gevonden. Van tolprivilege tot Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) – kort maar krachtig wordt het verleden uit de doeken gedaan. Illustraties ontbreken. Hoezo multimedia?
Dit gebrek wordt ruimschoots goedgemaakt door de verwijzing naar Amsterdam Monumenten. Hoe werkt de hijsinstallatie in een pakhuis? Wie woonde er in welk hofje? Wat zijn de kenmerken van de Amsterdamse School? Het is er allemaal te vinden. En meer. In tekst, maar vooral ook in beeld.
Het Paleis op de Dam ontbreekt natuurlijk niet in het overzicht. Maar voor een kijkje binnen in het Paleis kun je beter terecht op de website van het Koninklijk Huis. Sinds de opening in 1999 is de homepage van Hare Majesteit behoorlijk aangekleed. Ook de andere optrekjes van de Oranjes zijn er virtueel te bezoeken. Voor wie toch die kant op klikt: bezoek ook even de leerzame afdeling Veel Gestelde Vragen: ‘Wie was Greet Hofmans?’ ‘Wat was er met Lockheed?’.
En dan is er nog dat andere Amsterdamse paleis waarover de laatste maanden zoveel te doen is. Als het aan Wim T. Schippers ligt, gaat De Nederlansche Bank tegen de vlakte. Het Frederiksplein moet weer het decor worden voor het Paleis voor Volksvlijt, de uit glas en staal opgetrokken tentoonstellingshal die in 1929 tot de grond toe afbrandde. Op het web is de herbouw reeds in volle gang, al is niet geheel duidelijk wanneer dit cyberpaleis de deuren opent voor bezoek.
Wie daarop niet wil wachten, kan het meesterwerk van architect C. Outshoorn bekijken in zijn oude glorie. Op foto, in de virtuele schatkamer van het Gemeentearchief Amsterdam. Het paleis was een geliefd onderwerp van amateurfotograaf Jacob Olie, die tussen 1861 en 1905 duizenden foto’s maakte van Amsterdam. Ruim tweehonderd zette het gemeentearchief er op de site, om de grandeur van het negentiende-eeuwse Amsterdam te laten herleven.
Ook aandacht voor Volksvlijt en Olie bij Ons Amsterdam. Dit maandblad houdt er een rechttoe-rechtaan website op na. Naast de inhoudsopgave van het jongste nummer zijn er een paar oude artikelen te vinden. Natuurlijk ontbreekt ook een lijstje links niet.
En zeg nou niet dat zo’n kale pagina ouderwets is. Die soberheid sluit juist naadloos aan bij het genre website dat almaar populairder wordt: de weblog. Over elk onderwerp is er wel een te vinden. Dus ook over Amsterdam. Amsterdamlog biedt aandacht voor het oude en het nieuwe Mokum. Wat een weblog precies is? Kort samengevat een verzameling verwijzingen, elk vergezeld van een verhaaltje. Eigenlijk zoiets als wat u zojuist hebt gelezen.