Bas Broekhuizen

Verdedingswerken

2002-09-01 | Historisch Nieuwsblad

Het stikt op internet van de verdedigingslinies. ‘Firewalls’ heten de digitale vestingwerken die ongewenste bezoekers moeten weren. Maar ook bunkers, forten en kazematten uit het verleden tieren welig op het web.

Bij de finale van de Grote Geschiedenis Quiz waren ze nog op de buis: Wolfgang en Günther, de twee Duitse soldaten die ‘een beetje zijn blijven hangen’ in Nederland na afloop van de oorlog. Pardon, na afloop van dat ‘conflict tussen de toenmalige Duitse regering en de toenmalige Nederlandse regering’. Samen met Schnautzi der Wunderhund ontvangen ze getraumatiseerde jongeren in hun gezellig grijsgeschilderde bunker in de duinen.

De bizarre humor van de heren van Jiskefet leeft voort op het web. Maar zoals vaker is de werkelijkheid nog vreemder. Vakantie houden in een bunker? Het kan in het Kostverlorenpark bij Zandvoort. 37 Bunkertjes staan er te huur. Tijdens de oorlog maakten ze deel uit van de Atlantikwall, de verdedigingslinie die de Duitsers van de Pyreneeën tot het uiterste noorden van Noorwegen moest beschermen tegen een geallieerde invasie. Na de oorlog werden ze omgebouwd tot zomerverblijf voor bleekneuzen uit Amsterdam.

Ooit stonden er tienduizenden bunkers langs de Nederlandse kust. De meeste werden – met Duitse Wiedergutmachung-gelden – gesloopt of dichtgemetseld. Maar de laatste jaren mogen de bunkers zich verheugen in een toenemende belangstelling. Een aantal werd tot monument verheven vanwege de cultuurhistorische waarde. In Westkapelle bijvoorbeeld, waar enkele grijze kolossen sinds afgelopen zomer onderdak bieden aan een Nederlands Atlantikwall-museum. Een beetje aan de late kant, dat wel, want een snelle zoektocht op het web leert dat België, Frankrijk en Duitsland al veel langer soortgelijke musea hebben.

Het Nederlandse museum dankt zijn bestaan aan de Stichting Bunkerbehoud. Sinds 1999 ontfermt de stichting zich over bunkers om ze te restaureren ‘teneinde ze voor het nageslacht te behouden’. Diezelfde opdracht heeft in 1998 de Stichting Militair Erfgoed zich gesteld. En dan is er ook nog de Stichting Menno Coehoorn, die zich al sinds 1932 inzet voor het behoud van historische verdedigingswerken. Hoe massief ze ook ogen, bunkers hebben kennelijk een hoop bescherming nodig.

Op de websites van de stichtingen valt weinig te beleven. De echte pareltjes zijn te vinden op de homepages van liefhebbers. Een groot aantal is opgenomen op www.forten.info. Neem bijvoorbeeld de verzameling graffiti op de site Achtung! Feind hört mit! Naast de voorspelbare soldatenkrabbels zitten er verbazingwekkend mooie kunstwerkjes tussen. Ook in de websites over de Festung IJmuiden en Radarstation Seeadler bij Muiden is veel tijd en liefde gaan zitten.

Wie het liever bij vaderlandse verdedigingswerken houdt, kan zijn hart ophalen op de website over de Stelling van Amsterdam. Daar is een schat aan informatie te vinden over de kring van forten, vestingen en inundaties die het ministerie van Oorlog tussen 1880 en 1920 rond de hoofdstad liet aanleggen. Met minstens evenveel liefde is www.grebbelinie.nl gemaakt. Ook het Nederlands Vestingmuseum te Naarden en het Kazemattenmuseum Kornwerderzand zijn on line te bezoeken.

Last but not least is er nog de archipel aan websites over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Maar liefst vijf Paarse ministers sloegen de handen ineen om de slapende linie tot leven te wekken. Een Nationaal Project moest zorg dragen ‘voor behoud van cultureel erfgoed door ontwikkeling’. Historici, kunstenaars, landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, ondernemers en burgers mochten deelnemen aan een Nationaal Debat over de toekomst van de linie. De (voorlopige) resultaten zijn op het web te vinden.

Liever het echte dan het digitale werk? Ga toch even langs op de website van Wandel en Fiets Forten voor tips over een tocht langs verschillende verdedigingswerken. En vergeet dan onderweg niet te zwaaien naar Wolfgang en Günther.