Bas Broekhuizen

Ford

2002-01-01 | Historisch Nieuwsblad

Op het web staan de oldtimers in de file. Wat hebben de lopende band, Canadese whisky en een koninklijke wielbasis met elkaar gemeen?

Een prachtige foto in de Volkskrant van 16 januari 2002. Het kapotte hek bovenaan de dijk, de bandensporen naar beneden, het uit zijn voegen gerukte portier. Je ziet niet alleen dat er een vreselijk ongeluk is gebeurd, in een oogopslag is ook de toedracht duidelijk. Maar er is meer. De ouderwets strenge politieagenten, de lange jas en hoed van de enige toeschouwer, de leegheid van het landschap en, bovenal het model van de auto; alles maakt duidelijk dat de foto dateert uit een tijd dat auto’s nog schaars waren en ongelukken nog veel schaarser.

Je ziet niet zo vaak foto’s van verkeersongelukken voor de oorlog. En ook deze plaat was waarschijnlijk nooit bewaard gebleven als de bestuurder niet Bernhard von Lippe-Biesterfeld had geheten. Het is 1937, en de prins had zijn aanrijding met een zandwagen bijna niet overleefd.

Zijne Koninklijke Hoogheid reed in een Ford Cabriolet, staat in het bijbehorende artikel. Op de foto is de auto niet meer als zodanig te herkennen. Wat zou ermee gebeurd zijn? Waarschijnlijk was hij total loss en rijp voor de sloop. Wie het model in zijn volle glorie – en in kleur – wil bewonderen, moet uitwijken naar het internet.

Daar is de auto snel gevonden. Het stikt op het web van de sites over oldtimers. Liefhebbers onderhouden een homepage over hun favoriete model; bedrijven en particulieren bieden hun klassieke schatten met pijn in het hart te koop aan: ‘1936 Ford Cabriolet Convertible. We hebben deze auto 26 jaar lang gehad. Ik heb hem gekocht van de eerste eigenaar. Rijdt geweldig, Banjo stuur. Was $37,500.00, nu $32,000.00.’ Voor dat geld rijdt u in het evenbeeld van de auto van de prins. Hetzelfde model wordt ook te koop aangeboden met de toevoeging ‘Rijdt op Canadese whisky, speciaal gebouwd voor kerkbezoek.’

Wat verder bladeren in de wondere wereld van de Fordliefhebbers leert dat Amerika niet het enige autominnende land is. De Oldtimers Gallery draait op een server in Rusland. De Russische webdesigners lopen nog wat achter, maar de liefhebber vindt op de site een smak aan informatie. Zo blijkt Bernard een van de 14068 trotse eigenaren van de Ford Cabriolet geweest te zijn. En wie wil niet weten dat de wielbasis van het koninklijke voertuig 112 inch was?

Wellicht interessanter voor de historisch geïnteresseerde surfer is de levensloop van Henry Ford zelf. De website van het Henry Ford museum biedt een aardige inkijk in het leven van de man die automobielen betaalbaar maakte voor iedereen. De politieke wandel van Ford is op zijn minst curieus. Hij financierde een pacifistisch project tijdens de Eerste Wereldoorlog, maar gaf ook een krant uit die berucht was om zijn antisemitisme. Hij experimenteerde met industriële dorpen waar werknemers deels in de fabriek, deels op het land werkten. Tegelijkertijd was hij een hardnekkig tegenstander van de vakbonden.

Ford ging de geschiedenis in als een sociaal bewogen ondernemer. Hij had de naam goed voor zijn werknemers te zorgen en betaalde twee keer zoveel als andere ondernemers. Die werknemer moest dan wel getrouwd zijn en goed in de maatschappij geworteld zijn. Ook moest hij instemmen met de methode-Ford: een gespecialiseerd en gemechaniseerd productieproces. Hoe geestdodender het werk, hoe hoger de productiviteit.

Dit ‘Fordisme’ is later door sociologen verheven tot icoon van de moderne massamaatschappij. Een interessante discussie over de verheerlijking van massaproductie en -consumptie is te vinden op Sociology Online.

Terug naar de auto’s. Bij het zoeken naar informatie over Ford komt én link steeds weer bovendrijven: die naar het Den Hartogh Ford Museum. De grootste privé-verzameling oude Fords blijkt zich niet te bevinden in Amerika of Rusland, maar in Hillegom. Maar liefst tweehonderd modellen zijn er te bezichtigen. En wie had de eer de jongste aanwinsten van het museum te onthullen? Juist: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard.