Bas Broekhuizen

Tiananmen

2001-01-01 | Historisch Nieuwsblad

De Tiananmen Papers veroorzaakten veel ophef in de Westerse Wereld. Op het web is weinig te vinden over de onthullende documenten. Toch zijn fragmenten via internet in China opgedoken.

Er zijn historische beelden die voor altijd op je netvlies staan: Roosevelt, Churchill en Stalin in Jalta, Jackie Kennedy gebogen over een achterbank in Dallas, de handdruk van Arafat en Rabin, Jeltsin op een tank, dansende mensen op de Muur. En dat andere beeld uit 1989: een Chinese student in zijn eentje tegenover een rij tanks. Steeds als ik die foto zie vraag ik me af wie de confrontatie gewonnen heeft.

De afgelopen maand stond het bloedbad op het Plein van de Hemelse vrede weer even in de belangstelling. Begin januari verschenen The Tiananmen Papers, een verzameling documenten die weergeeft hoe de politieke top reageerde op de studentenprotesten in de lente van 1989. In detail valt te lezen hoe binnen het politbureau een machtstrijd woedde tussen haviken en meer hervormingsgezinde partijbonzen. Uiteindelijk moest Deng Xiaoping, partijleider in ruste, de knoop doorhakken. Uit angst voor zijn eigen hachje besloot Deng het leger in te zetten. Schattingen over het aantal slachtoffers van de ontruiming van het plein lopen uiteen van enkele honderden tot duizenden betogers.

De documenten zijn verzameld en naar Amerika gesmokkeld door een partijfunctionaris die opereert onder het pseudoniem Zhang Liang. Naar eigen zeggen gelooft Liang nog steeds in het communisme, maar wil hij met zijn daad de conservatieve vleugel in de partij in diskrediet brengen. Zo zou de broodnodige politieke hervorming weer een kans krijgen. Als Liang in zijn opzet slaagt, zouden de Tiananmen Papers wel eens tot de belangrijkste documenten uit de geschiedenis kunnen gaan horen.

Des te vreemder is het dat er op internet amper iets te vinden is over de bloemlezing uit de partijstukken. Alleen op Usenet, het discussiegedeelte van internet, houdt het gekonkel van de apparatsjik de gemoederen bezig. Inzet is de vraag in hoeverre de stukken echt zijn. Sommige discussiedeelnemers vrezen dat Liang een vervalser is. De drie gerenommeerde sinologen die de documenten vertaalden zijn overtuigd van hun authenticiteit.

Gelukkig is los van de Papers wel informatie voorhanden over de studentenopstand. Het Amerikaanse televisieprogramma Frontline besteedt op haar website uitgebreid aandacht aan de gebeurtenissen op het Plein van de Hemelse Vrede. Naast een uitgebreide chronologie zijn originele documenten, beeld- en geluidsfragmenten en interviews te raadplegen.

Interessant zijn enkele essays over de rol van de westerse media. Een van de stukken stelt dat de slachting op het plein in het westen werd overdreven omdat het studentenprotest bij westerse journalisten nostalgische gevoelens over de eigen studentenrevolte van de jaren zestig losmaakte. Het echte bloedbad zou elders in Peking plaats hebben gevonden. Bovendien zouden de slachtoffers geen studenten, maar arbeiders zijn geweest. Deze stelling is gebaseerd op het relaas van een van de schaarse ooggetuigen van het schoonvegen van het plein.

De interactieve rondleiding over het plein doet wat knullig aan. Voor een impressie van Tiananmen kunt u beter te rade gaan bij Peter Danford. Hij maakte meerdere panoramafoto’s die het idee geven dat je op het plein zelf staat. Politiek correct is de site niet: de grote roerganger Mao vult om de haverklap je scherm en over de studentenprotesten is geen letter te vinden.

De (Europese) nieuwssite Insite China biedt een genuanceerde blik op de voorgeschiedenis en het verloop van de Chinese lente. De schaarste aan beeldmateriaal laat zich prima aanvullen door de site van Christus Rex, waarop honderden (soms gruwelijke) foto’s van de opstand zijn verzameld. U kunt zich de moeite besparen de begeleidende teksten te lezen. Objectiever feitenmateriaal is te vinden op de sites van het Amerikaanse National Security Archive en van Amnesty International.

Wie in China zelf een van de genoemde sites probeert op te roepen, stuit overigens op een zwart scherm. Ook al is China de grootste groeimarkt voor het internet – het aantal Chinezen dat toegang heeft tot het web verdubbelt ieder half jaar – de aard van het web en die van het politieke systeem in de Volksrepubliek zijn met elkaar in strijd. De een staat voor zo groot mogelijke openheid, de ander voor absolute staatscontrole van alle informatie.

Omdat de Chinese machthebbers niet blind zijn voor de economische voordelen van het web, proberen zij deze twee uitersten in een onmogelijke spagaat met elkaar te verenigen. Zo heeft iedere Chinese provider een censor en loopt alle internetverkeer via een server van de overheid. De afgelopen maand bleek de Chinese Muur in cyberspace niet waterdicht. Fragementen van The Papers doken op in chatrooms en nieuwsgroepen.

Het online aanbieden van de Tiananmen Papers kan dus wel degelijk grote invloed hebben op de politieke situatie in het land. Voorwaarde is dat de uitgever haar commerciële belangen aan de kant schuift en de stukken op het web publiceert. Voor Uitgeverij Contact, die de Nederlandse vertaling Het Tiananmen Dossier uitbracht, een mooie kans om iets goed kan maken van de smakeloze slagzin waarmee zij het boek aanprijst: Materiaal waar geheime diensten een moord voor zouden doen nu in de boekhandel.