Bas Broekhuizen

Het recht om saai te zijn

2008-07-18 | De Nieuwe Reporter

‘Hey, you should update your status!’ roept Plaxo me toe als ik voor het eerst sinds tijden weer eens inlog. Het online adressenboek van weleer is verworden tot een sociaal netwerk als zoveel andere. Inclusief een microblogtool dus waarin je kunt invullen waar je momenteel mee bezig bent. ‘It can be anything from “having a great day!” to “conquering the universe.” Update it frequently so your friends don’t think you’re boring!’

Nu snap ik waarom ik eerder deze week zo meewarig werd aangekeken toen ik moest bekennen geen account te hebben bij Twitter. Net zo min als bij Hyves, MySpace of Facebook. Sterker nog: ik heb niet eens een persoonlijk blog. Zogenaamd omdat ik er te weinig tijd voor heb. Maar nu weet ik de werkelijke reden. Ik ben te saai.

George Orwell online

Was ik minder saai geweest, dan had er de afgelopen week op Twitter gestaan “Leest hilarisch boek van Ben Elton: Blind Faith”. Wie nog op zoek is naar een lekker weglezend vakantieboek, kan ik het van harte aanraden. Ook al is het verhaal bepaald niet origineel. Eigenlijk is Blind Faith een kopie van 1948, maar dan in het internettijdperk. George Orwell online.

Hoofdpersoon Trafford Sewell werkt op de afdeling DegSep (‘degrees of seperation’) van NatDat, de Nationale Databank waar de gegevens worden gecombineerd van alle burgers van Engeland. Hij komt in de problemen als blijkt dat hij niet meteen na de geboorte van zijn dochter een video van de bevalling op zijn blog heeft gezet. Dat is verdacht, want in het tijdgewricht waarin Trafford leeft – dat niet al te ver van het onze is verwijderd – wordt ieder geacht alles altijd direct te bloggen of te ‘tuben’. Wie niet al z’n lief en leed deelt op het web, moet iets te verbergen hebben. Privacy is een gevaarlijke perversie.

Vanzelfsprekend is voor serieuze journalistiek geen ruimte in deze dystopie. In de wereld van Trafford Sewell braken de alomtegenwoordige beeldschermen een voortdurende stroom uit van ‘communitaintment’, een brij van videobeelden waarin de buren zich volproppen met fastfood, zich overgeven aan doe-het-zelf porno of luidruchtig blijk geven van intens verdriet over het grote onrecht dat hen is aangedaan. De nieuwsuitzendingen bevatten beelden van zichzelf opblazende moslimterroristen afgewisseld met broeierige items over beroemdheden die niemand kent (want iedereen is per decreet beroemd). Bij het samenstellen van de berichten putten de makers met graagte uit het vaak genante beeldmateriaal dat door de mensen zelf is gepubliceerd op het web.

Digital doorstepping

En daarmee raakt dit doembeeld van de toekomst opeens aan het heden. Onlangs luidde de Press Complaints Commission, de Britse tegenhanger van de Raad voor de Journalistiek, de noodklok over de manier waarop reguliere media gebruik maken van informatie afkomstig van sociale netwerken. Uit onderzoek blijkt dat gebruikers van MySpace of Facebook regelmatig in verlegenheid worden gebracht door het elders opduiken van ‘privé’ gegevens. Bijna negentig procent van de sociale netwerkers wil volgens het onderzoek dat er regels komen die het overnemen van materiaal aan banden leggen.

De discussies over het onderzoek doen sterk denken aan de ophef die ontstond na het drama op de Virginia Tech universiteit in de Verenigde Staten waar een student 32 mensen en vervolgens zichzelf doodschoot. Journalisten maakten voor hun verslaggeving massaal gebruik van de blogs en profielpagina’s van dader en slachtoffers. Prompt werden ze beschuldigd van ‘digital doorstepping’, de online variant van de opdringerige voet tussen de deur.

Ook Nederlandse journalisten weten bij soortgelijke drama’s, zoals in Alkmaar en Hendrik-Ido-Ambacht, de sociale netwerken te vinden. Om te voorkomen dat ongepaste foto’s van omgekomen soldaten in de media belanden, ging Defensie over tot het maken van portretten van uitgezonden militairen. Bovendien werden afspraken met Hyves gemaakt om snel pagina’s van het web te kunnen halen. Regelgeving over het overnemen van materiaal van sociale netwerken zou dat soort drastische maatregelen overbodig maken.

Maar regulering is zelf natuurlijk ook een paardenmiddel. Alfred Hermida, verbonden aan de University of British Columbia, pleit voor meer kennis van zaken bij journalisten. Die moeten leren omgaan met de paradox van digitale habitats als MySpace, Facebook of Hyves waar gebruikers geloven in ‘security through obscurity’. Ze gaan ervan uit dat hun informatie veilig is, omdat toch niemand buiten hun eigen kring er werkelijk in is geïnteresseerd. De informatie is tegelijkertijd publiek én privaat.

Maar niet alleen journalisten moeten leren. Uiteindelijk blijft het natuurlijk de verantwoordelijkheid van de gebruiker zelf wat hij wel of niet prijs geeft aan het web. God zij dank leven we leven (nog) niet in de wereld van Trafford Sewell. Je hóeft niet te bloggen, twitteren of hyven. Vooralsnog heeft iedereen het recht om saai te zijn.

(Dit stuk verscheen ook op De Nieuwe Reporter.)