Journalistiek zonder verhaal
Niets zo vermakelijk als historische sciencefiction. Vaak getuigen de toekomstvoorspellingen van te veel fantasie, soms blijkt de werkelijkheid spectaculairder. Dat geldt ook voor een klein artikel op pagina 3 van de Volkskrant van 9 januari 1996. In een paar zinnen maakt de krant de lezer attent op de opening van ‘een eigen plaats op het wereldwijde computernetwerk Internet’. De redactie beschouwt het nieuwe medium als een aanvulling op de papieren editie. ‘Internet zal niet worden gebruikt om artikelen uit de krant opnieuw af te drukken… De grote opslagcapaciteit die een online-medium biedt zal gebruikt worden om achtergrondinformatie aan te bieden.’ Die achtergrondinformatie was met recht multimediaal te noemen: ‘Naast tekst, foto’s en graphics, zullen in de definitieve site ook videobeelden op te vragen zijn.’ Het stuk eindigt met het IP-nummer van de nieuwe site: 194.159.249.166.
Die videofilmpjes lieten nog wel een paar jaar op zich wachten. Het idee om geen stukken uit de papieren editie op te nemen, sneuvelde al binnen een paar maanden. Net sciencefiction. Het stukje laat goed zien wat journalisten – en niet alleen die van de Volkskrant – in die begindagen zagen als de unieke eigenschappen van het web: de mogelijkheid verschillende media te combineren en de onbeperkte ruimte om dat te doen. Een website was voor veel kranten in die tijd de ideale plaats voor achtergrond en verdieping.
Live web
Wat daarna gebeurde, is geschiedenis. Al snel werden krantensites gevuld met ‘ shovelware’, massaal doorgeplaatste artikelen. Eerst nog vooral uit de eigen papieren editie, later vooral van persbureaus. Inmiddels was doorgedrongen dat het web de handige eigenschap heeft dat je er 24 uur per dag op kunt publiceren en dat de bezoekers daarom geen genoegen nemen met minder dan het laatste nieuws. Bovendien bleek dat publiceren op het web niet voorbehouden aan ‘professionele’ journalisten. De bezoeker wilde meedoen, eerst op fora, later op weblogs en sociale netwerken.
Een kleine voorhoede roept graag dat de oude media dit allemaal niet hebben begrepen. Dat is niet waar. Het gaat misschien niet met de snelheid van Silicon Valley, maar al deze ontwikkelingen hebben hun weg gevonden naar de sites van Nederlandse kranten. Het probleem van de ‘oude media’ is al lang niet meer dat ze de digitale revolutie niet begrijpen. Ze weten alleen niet hoe ze hun verdienmodel er op moeten aanpassen. Maar dat is een ander verhaal.
Twaalf jaar na de geboorte van de website van de Volkskrant nadert de versnelling van de webjournalistiek zijn limiet. Mobiel internet maakt het mogelijk instant verslag te doen in tekst, beeld en geluid van alles wat nieuwswaardig is. Of niet. Via Twitter kun je precies volgen wie zich wanneer verveelt. Met een dienst als Qik kun je er nog naar kijken ook. Zoals Wilbert Baan, interaction designer bij de Volkskrant, mooi beschrijft op zijn weblog: opnemen wordt publiceren, het web wordt live.
Paradox
Baan weet waarover hij het heeft. Onlangs experimenteerde hij met live verslaggeving vanaf het festival Urban Explorers. Ook de VPRO heeft veel ervaring met live-verslaggeving, bijvoorbeeld vanaf Pinkpop en Lowlands (recent nog goed voor een Tegel). Deze voorbeelden maken een paradox zichtbaar waarmee webjournalisten al vanaf het begin worstelen. Het web is niet lineair, niet geordend, niet afgebakend. Journalistiek is dat allemaal wel. Per definitie. Journalistiek gaat over het vertellen van verhalen. Verhalen met een opbouw, met een kop en een staart, waarin sommige elementen benadrukt worden en andere bewust worden weggelaten. In de enorme brij aan informatie op het live web ontbreekt een journalistieke ordening.
Is dat erg? Nee, niet per se. Dat journalistieke ordening ontbreekt, wil niet zeggen dat er helemaal geen ordening is. Integendeel. Vrijwel alle informatie op het web heeft een tijdsaanduiding, steeds vaker ook een plaatsaanduiding. Bezoekers kunnen hiërarchie aanbrengen door bijdragen te beoordelen of te voorzien van trefwoorden. Een groot deel van de websites is geordend op een of meer van deze eigenschappen. Ook journalistieke sites (denk aan Google News). Met combinaties van verschillende ordeningsprincipes wordt druk geëxperimenteerd, getuige de mashups van de VPRO, maar bijvoorbeeld ook de sociale website en.nl.
Het vervangen van handmatige, journalistieke ordening door automatisering mag dan niet nieuws zijn, de voorbeelden laten tegelijk zien dat er nog een wereld te winnen is, vooral in de vormgeving. Geordend of niet, de enorme hoeveelheid informatie op het live web schreeuwt om een goede, grafische interface die verder gaat dan het incorporeren van Google Maps. De eerste aanzet is er. Zo knapt de stroom aan Twitter gekwetter behoorlijk op van Plurk. Ook de tijdbalk en de wereldkaart Reverbiage zijn een stap in de goede richting. Maar zou het niet geweldig zijn als er een interface zou bestaan die een grote hoeveelheid informatie ontsluit maar tegelijkertijd een echt verhaal vertelt? Sciencefiction? Bekijk The Whale Hunt en oordeel zelf.
(Dit stuk verscheen ook op De Nieuwe Reporter.)