Weet de groep meer dan het individu?
Hoeveel erwtjes passen er in een jampotje? Die vraag stelde ik vandaag aan studenten Journalistiek & Nieuwe Media in Leiden ter illustratie van de theorie dat de groep vaak meer weet dan het individu. Het experiment was een variant op de proef die Sir Francis Galton ruim honderd jaar geleden uitvoerde in Plymouth. Daar konden bezoekers aan de jaarmarkt het gewicht schatten van een dikke os. Geen van de bijna achthonderd deelnemers raadde het juiste gewicht, maar het gemiddelde van alle schattingen (om preciezer te zijn: de mediaan) kwam griezelig dichtbij. In zijn invloedrijke boek The Wisdom of Crowds bouwt James Surowiecki voort op deze ontdekking van Galton.
Maar nu het experiment van vandaag. In het totaal waren er 47 schattingen van het aantal erwten in de pot, 34 van studenten in de collegezaal en 13 van mensen die meedenen via mail, weblog of twitter. De studenten hadden het voordeel boven de online deelnemers dat zij het potje ook echt konden vasthouden en van nabij konden bekijken. De digitale schatters moesten het doen met een foto. Anders dan de studenten konden zij zien wat anderen hadden geraden. Dat lijkt een voordeel, maar belemmert volgens Surowiecki juist een betrouwbare uitkomst.
Het laagste geschatte aantal erwten is 90, het hoogste 3.289. Het juiste aantal in de pot was 553. Het gemiddelde van de schattingen van de studenten bedraagt 567 (14 te hoog), dat van de online deelnemers 637 (84 te hoog). Het gemiddelde van alle schattingen is 586 (33 te hoog), de mediaan 450 (103 te laag).
De beste individuele schatting van een student, is 500 (53 te laag). De beste online schatting bedraagt 540 (13 te laag). Als we alleen kijken naar de gemiddelde schatting van de studenten, heeft de groep dus beter gepresteerd dan het individu. Betrekken we ook de online deelnemers, dan is er één die de groep heeft verslagen. Hulde aan Jos van de Broek!